Scheidingsangst bij baby’s

Waarom het zo intens voelt – en hoe jij je kindje (en jezelf) makkelijker door deze fase heen helpt

Scheidingsangst is een woord dat je soms luchtig voorbij hoort komen, maar voor veel ouders voelt het allesbehalve luchtig. Het kan voelen alsof elke keer dat jij opstaat — al is het maar om naar de wc te gaan — je kleintje in paniek raakt.

Je voelt het trekken aan je been, het verdriet, de spanning in dat kleine lijf. En eerlijk is eerlijk: dat breekt soms ook jouw hart.

Daarom wil ik je hiermee beginnen: je doet het goed. Je baby is niet “te afhankelijk”. Jij maakt de wereld veilig.

Wanneer komt scheidingsangst voor?

Scheidingsangst piekt vaak rond:

  • 8–10 maanden
  • 14–18 maanden

Maar het kan optreden vanaf 4 maanden tot ongeveer 4 jaar. Hoe intens en hoe lang het duurt, verschilt per kind — en dat zegt niets over hoe jij opvoedt.

Wat gebeurt er in het brein van je baby?

Je baby leert stap voor stap dat jij blijft bestaan, ook als je niet in beeld bent. In het Engels heet dit object permanence — een belangrijke mijlpaal én een teken van veilige hechting.

Maar… het begrijpen dat je bestaat is nog niet hetzelfde als je kunnen voorstellen. En daar wringt het.

Je kindje voelt ongeveer dit:

  • “Ik weet dat je er bent…”
  • “…maar ik kan je niet zien, dus misschien ben je weg.”

Daardoor kan je baby opeens:

  • harder huilen als je wegloopt
  • je overal willen volgen
  • boos of overstuur reageren bij weggaan of naar bed brengen
  • jouw vertrek herkennen aan kleine signalen (slaapzak, licht uit, deur die je pakt)

Dit is geen koppigheid en geen “lastig gedrag”. Het is biologie. Een baby leent jouw zenuwstelsel om te reguleren — zonder jou voelt alles groter en spannender.

Waarom voelt het zo zwaar voor ouders?

Elke keer dat jouw baby huilt om jou, voelt het als een klein alarm in jullie beide lichamen. Je probeert continu te laveren tussen:

  • even voor jezelf zorgen
  • er elke seconde voor je baby zijn

En dat is intens. Dag in, dag uit.

Daarom wil ik deze zin zacht bij je neerleggen: je baby reageert zo omdat jij zijn veilige haven bent. Niet omdat jij iets verkeerd doet.

Hoe kun je je baby helpen bij scheidingsangst?

Hieronder vind je alle praktische tips uit mijn eerdere blog, aangevuld en verdiept. Neem wat bij jullie past en laat de rest liggen. Jij kent je kindje het best.

1. Speel kiekeboe (ja, echt)

Het is misschien het bekendste spelletje ter wereld, maar neurologisch is het pure magie. Met kiekeboe leert je baby dat:

  • iets dat weg is,
  • ook weer terug kan komen.

Op een speelse manier bouw je aan objectpermanentie en daarmee aan vertrouwen. Lachen en leren gaan hier hand in hand.

2. Oefen korte geplande momentjes van “even weg”

Begin heel klein, vanuit rust en niet vanuit haast.

Je kunt bijvoorbeeld:

  • 10–20 seconden naar een andere kamer gaan en je baby in de box of het ledikant laten spelen
  • even de was pakken of iets uit de keuken halen

Kom daarna duidelijk terug en maak opnieuw contact. Zo leert je baby: “als ik je even kwijt denk te raken, kom je weer terug.”

Van daaruit kun je het heel rustig opbouwen, bijvoorbeeld door een vertrouwd persoon kort te laten oppassen wanneer jij boodschappen gaat doen.

3. Ga niet stiekem weg

Veel ouders gaan weg wanneer hun baby slaapt of afgeleid is. Dat doen ze uit liefde: je wilt je baby het verdriet besparen.

Maar voor een baby kan het zo voelen: “Ik sliep… en ineens was je weg. Kan je zomaar verdwijnen?”

Dat kan juist meer angst en paniek geven. Bij baby’s waarbij ouders weggaan tijdens een slaapje, zie je vaak dat ze bij het wakker worden enorm in paniek raken. Ze snappen niet waar papa of mama ineens is.

Door je baby altijd gedag te zeggen en te zorgen dat hij je weg ziet gaan, geef je juist vertrouwen. Probeer het afscheid licht te houden, maar wel duidelijk: het is niet erg dat jij even weg bent, en je komt weer terug.

4. Maak een kort afscheidsritueel

Net als bij slapen geeft een ritueel ook bij afscheid nemen houvast. Door steeds ongeveer hetzelfde te doen, wordt het voor je baby voorspelbaar.

Een afscheidsritueel kan er bijvoorbeeld zo uitzien:

  • een knuffel
  • een kus
  • “ik hou van je, ik kom terug”
  • zwaaien en dan omdraaien en gaan

Hou het afscheid kort (dus niet steeds teruggaan wanneer je baby het moeilijk heeft). Hoe vaker je terugkomt, hoe onduidelijker de boodschap wordt.

5. Blijf zelf zo rustig mogelijk

Je baby spiegelt zich aan jou. Wanneer jij moeite hebt met afscheid nemen, er lang over doet of zelf emotioneel wordt, dan zal je baby dat als voorbeeld nemen.

Dat betekent niet dat jij geen emoties mag voelen, maar probeer tijdens het afscheid zélf rustig en duidelijk te blijven: glimlach, maak oogcontact, zeg dat je terugkomt.

Wanneer jij op een rustige en vrolijke manier gedag zegt, leert je baby: “het is oké dat jij even weg bent, ik ben hier veilig.”

6. Erken de gevoelens van je baby en stel hem gerust

Je baby is niet “lastig”; hij heeft het moeilijk. Huilen is zijn manier om te zeggen: “ik vind dit spannend, ik heb jou nodig”.

Je kunt bijvoorbeeld zeggen:

“Ik snap dat je het niet leuk vindt dat ik wegga, maar ik moet nu echt gaan. Ik hou van je en ik kom zo snel mogelijk terug.”

Je baby hoeft niet direct te stoppen met huilen om begrepen te zijn. Alleen al het erkennen van zijn gevoel werkt regulerend op zijn zenuwstelsel.

7. Houd een slaaproutine aan

Net als bij een afscheidsritueel geeft een vaste slaaproutine houvast. Door elke keer ongeveer dezelfde stappen te doorlopen, kan je baby zich voorbereiden op het feit dat hij gaat slapen en jou dus even niet ziet.

Een slaaproutine kan bijvoorbeeld bestaan uit:

  • rustig samen naar de slaapkamer gaan
  • luier verschonen en pyjama aan
  • slaapzakje aan
  • kort knuffelmoment en een vaste zin, zoals “slaap lekker, ik ben dichtbij”

De voorspelbaarheid van deze stappen geeft een gevoel van veiligheid en helpt je baby makkelijker door deze fase heen.

8. Breng overdag tijd door in de slaapkamer van je baby

Sommige kinderen raken al overstuur zodra je een stap in hun kamer zet, omdat die kamer alleen geassocieerd is met “alleen gelaten worden”.

Je kunt deze associatie veranderen door de kamer overdag óók te gebruiken voor fijne, alledaagse dingen:

  • aankleden
  • verschonen
  • samen spelen
  • even kletsen of zingen

Je kunt je baby bijvoorbeeld even met wat speeltjes in het ledikant leggen terwijl jij in dezelfde kamer iets doet (kleren opvouwen, een kast opruimen). Zo went hij aan zijn bedje en aan het idee dat hij daar kan zijn terwijl jij niet pal naast hem staat, maar wel in de buurt bent.

9. Voeg geen grote veranderingen toe aan de routine

Wanneer je baby door een ontwikkelingssprong, slaaptransitie of scheidingsangst-fase gaat, is zijn systeem extra gevoelig. Juist dan is het goed om vast te houden aan wat hij kent.

Grote veranderingen, zoals ineens bij hem in bed gaan slapen of hem voortaan alleen met een nieuwe methode laten inslapen, kunnen op korte termijn helpen, maar maken het op lange termijn vaak lastiger.

Soms blijven ouders bijvoorbeeld jarenlang naast hun kind liggen, omdat het ooit in zo’n moeilijke fase is begonnen. Probeer daarom nu zoveel mogelijk bij jullie bestaande routine te blijven.

10. Zorg dat jij een plan hebt

Wanneer het niet lukt om je baby te laten slapen en jij uitgeput raakt, is het heel logisch dat je “van alles” gaat proberen. Maar al die losse pogingen zorgen vaak voor nóg meer onrust.

Een helder slaapplan kan dan houvast geven. Het helpt je om stap voor stap dezelfde keuzes te maken, zodat je baby weet waar hij aan toe is. En net zo belangrijk: jij ook.

Wat als jij het zelf zwaar vindt?

Dit deel wordt vaak vergeten als het over scheidingsangst gaat: jouw gevoel. De keren dat je nét even wilt douchen, koffie wilt drinken of alleen naar de wc wilt gaan, maar weer wordt teruggeroepen door dat kleine huilgeluid.

Het is oké als je dit soms zwaar vindt. Je bent niet minder liefdevol, niet minder geduldig en zeker geen “slechte ouder” als je hoofd af en toe vol zit.

De mooiste zin die ik ouders vaak meegeef, is deze: “Je mag naast je baby staan én naast jezelf.”

Je hoeft niet perfect te zijn. Je hoeft er alleen te zijn. En dat doe je al, elke dag opnieuw.

Wanneer neemt scheidingsangst af?

Meestal wordt scheidingsangst geleidelijk minder tussen 12 en 18 maanden, al kan het in de peuterleeftijd soms in kleine golfjes terugkomen. Denk aan periodes van:

  • ziek zijn
  • nieuwe oppas of opvang
  • verhuizing of andere grote verandering

Eén ding verandert niet: jouw veilige aanwezigheid blijft het verschil maken. Je kindje leert, keer op keer, dat jij terugkomt.

Tot slot: jij bent de bergtop

Scheidingsangst voelt soms als een storm voor je baby. Golven van spanning, tranen, paniek als jij uit zicht gaat.

Jij bent de persoon waar je kindje zich veilig voelt: vast, warm, vertrouwd. 

En ook moeders/vaders mogen soms even rusten. Je mag dit zwaar vinden. Je mag ademhalen, huilen, lachen, opnieuw beginnen. Elke dag.

Je baby groeit niet ondanks jou, maar dankzij jou.

Leave a comment

Please note, comments need to be approved before they are published.